"Het begint bij de menselijke maat"
Spiegelwaal bij Nijmegen - foto: Peter Venema
29 april 2025
Hans Brouwer blikt terug op het succesvolle Ruimte voor de Rivier 1.0
”Het programma heeft veel betekend voor het Rijngebied”
Op 3 april jl. was het officiële startsein van het programma Ruimte voor de Rivier 2.0, de opvolger van Ruimte voor de Rivier 1.0 dat in 2019 werd afgerond. Bij dat programma was Hans Brouwer, programmamanager bij Rijkswaterstaat, van begin tot eind betrokken. Het programma kreeg alom lof en heeft ook veel betekend voor het Rijngebied. Er gaat nog steeds geen week voorbij zonder dat Hans wordt gevraagd om te vertellen over dit succesvolle programma.
Dat Ruimte voor de Rivier haar waarde heeft bewezen, bleek onder andere in december 2023. Tijdens deze periode van hoogwater in de IJssel speelde het Reevediep een cruciale rol. Het teveel aan water werd via het Reevediep afgevoerd naar de randmeren, waardoor het waterpeil bij Kampen beheersbaar bleef. Het Reevediep stond langdurig onder water en functioneerde precies zoals bedoeld: als een extra afvoerkanaal om overstromingen te voorkomen. Dankzij deze maatregel bleef Kampen droog en werd grote overlast voorkomen.
Het Reevediep: ruimte voor water, natuur en recreatie
Ruimte voor de Rivier heeft met het Reevediep gezorgd voor meer veiligheid in de regio Kampen. Het Reevediep is een aangelegde hoogwatergeul die de IJssel verbindt met het Drontermeer. Bij hoogwater kan het overtollige water uit de IJssel via het Reevediep naar de randmeren stromen, waardoor het risico op overstromingen aanzienlijk is verminderd. Naast veiligheid was ook ruimtelijke kwaliteit een belangrijk aandachtspunt in het rivierenprogramma. Rondom het Reevediep is nieuwe natuur ontwikkeld, met moerasgebieden en bloemrijke graslanden die ruimte bieden aan vogels, vissen en andere dieren. Ook is het gebied aantrekkelijker geworden voor recreatie, met nieuwe wandel- en fietspaden langs het water.
Ruimte voor de rivier in het Rijngebied
Ook op andere plekken in het Rijngebied zijn mooie voorbeelden te vinden van wat Ruimte voor de Rivier 1.0 heeft opgeleverd. Een aanzienlijk deel van de 34 afgeronde projecten bevond zich namelijk in deze regio. Behalve het Reevediep gaat het bijvoorbeeld om:
Spiegelwaal: hier werd een nevengeul gegraven (de Spiegelwaal) en de dijk verlegd om de Waal meer ruimte te geven. “Hier is het centrum van de stad Nijmegen naar de rivier verlegd”, licht Hans toe. “Uniek in de wereld.”
Gelderse Poort: een natuurgebied waar rivierverruimende maatregelen zijn genomen.
Kribverlaging Midden-Waal: projecten gericht op het verbeteren van de doorstroming van de Waal.
IJsseldelta-Zuid: maatregelen om de afvoer van de IJssel te verbeteren
Waarom zo'n succes?
Waarom was Ruimte voor de Rivier zo succesvol? Hans hoeft daar niet lang over na te denken: “Het begint bij de menselijke maat.” Wat daarin dan het verschil maakt? “Flexibiliteit, samenwerken, en durven denken buiten het standaardframe. En: je moet af en toe je eigen gelijk loslaten.”
Van crises naar kans
Hoe zat het ook alweer met Ruimte voor de Rivier 1.0? Om Nederland te beschermen tegen het water, lag jarenlang de focus vooral op de kust (Deltawerken). Maar de hoge waters in 1993 en 1995 veranderde dat. In 1995 moest onder leiding van toenmalig commissaris van de Koningin Jan Terlouw, ruim een kwart miljoen mensen uit het rivierengebied worden geëvacueerd. De boodschap was duidelijk: het rivierengebied verdiende nu prioriteit.
Het Rijk besloot eerst de rivierdijken te verhogen, maar vroeg zich gelijktijdig af of rivierverruiming niet een betere oplossing voor de waterveiligheid zou zijn. Er kwam nog een bijzondere oproep bij: het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit.
Gelukkig was er al eerder een zaadje geplant: het ecologische Plan Ooievaar (1986) liet zien dat als je de rivier de ruimte geeft, oude natuurwaarden terugkeren.
De kracht van een andere manier van denken
“Ruimtelijke kwaliteit werd ineens een manier van denken,” vertelt Hans. “Dat vroeg om een andere aanpak. Geen blauwdruk vanuit Den Haag, maar juist ideeën ophalen uit de regio. Van onderop werken dus. Want daar zit de kennis van het gebied.”
Dit was ook nodig. Eerder beleid had flinke schade aangericht, zoals het rigoureus rechttrekken van dijken, wat erfgoed en landschap aantastte. En economisch liepen sommige gebieden achter. Ruimte voor de Rivier gaf hen letterlijk en figuurlijk weer lucht.
Voor Hans was het een bijzondere ontdekkingstocht. “Ik heb jaren gedaan over het doorgronden van de waarde van ruimtelijke kwaliteit. Maar als je stopt met alleen maar denken in dijken, dan gaan er ineens deuren open.” De toolbox werd gevuld met geulen, nevengeulen, dijkverlegging, uiterwaardverlaging. Hierdoor ontstonden er keuzes en kon je in gesprek.

Van weerstand naar eigenaarschap
Die nieuwe denkwijze begon bij vertrouwen en samenwerking. In de planfase (2001-2006) kwamen er twee regionale stuurgroepen: één voor de bovenrivieren, één voor de benedenrivieren. Zijn rol? Schakelen tussen bewoners, regio en Rijk. Secretarissen fungeerden als ‘oliemannetjes’ tussen de partijen. “Er ontstond een iteratief proces waarin je samen aan het plan sleutelde. En als een voorstel uit de regio niet door kon gaan, dan zochten we samen naar een oplossing. Zolang de schop niet in de grond zat, was er ruimte.” Binnen de voorwaarden van tijd; geld en effectiviteit.
Dat gold ook voor projecten. Zo was in eerste instantie gekozen voor zomerbedverlaging in de IJsseldelta. Door nieuwe inzichten – een lang verhaal - bleek dit toch niet wenselijk. Gelukkig lagen er meerdere plannen klaar. Uiteindelijk werd de zomerbedverlaging beperkt en werd de waterstandsverlaging toch gerealiseerd via het Reevediep.
Een eigen cultuur
Naast flexibiliteit, ging het ook om echt sámenwerken. Het programmabureau verhuisde bewust van Den Haag naar het centraler gelegen Utrecht om beter bereikbaar te zijn. “Wij zijn van iedereen,” was het motto, vertelt Hans. “Tijdens vaste werkdagen ontmoetten we elkaar. Bij het koffieapparaat los je dingen veel sneller op. Daar ontstaat het gezamenlijke.”
Terugkijkend is Hans trots op die open, wendbare en mensgerichte cultuur. Precies dat wil hij de nieuwe generatie beleidsmakers van Ruimte voor de Rivier 2.0 dan ook graag meegeven: “Leg nú het fundament met je omgeving. Weet wat er speelt. Kies het juiste moment voor het gesprek en wees dan helder en eerlijk. Wees een team en trots op het programma.”